‘Ik ben in dat ravijn gevallen, van bodemloos verdriet. Het is niet voor te stellen, dat ik op een dag weer heel zal zijn. En toch is dat wat er gebeurt.’
Dit gedicht laat in vogelvlucht de diepe smart en grote verwondering zien die ik ervaren heb in de jaren na ons grote verlies. Dat ik de overkant heb mogen halen betekent niet dat het verlies nu afgesloten is. Soms zit ik alsnog even onderin dat ravijn of op willekeurig welke andere plek. En op het moment dat het verdriet het grootst is, is Mees weer het dichtst bij mij. Wat een troost zit daar in!
Klik hier voor de ‘dochter’ variant.